Ergens over naar huis schrijven, dat doet geen enkele topsporter meer. Daarom heb ik die taak op mij genomen in mijn wekelijkse sportcolumn. Het thuisfront zal vanaf heden geen genoegen meer hoeven nemen met een duimpje omhoog als reactie op een Whatsapp bericht, ik geef een fictief inkijkje in de staat van zijn van de topsporters.
Tim van Asch
Tabor, februari 2024
Lieve Ine,
Dat was het dan. Mijn carrière zit er op. Na alle ritten, etappes en eendagskoersen, die ik gereden, verloren en gewonnen heb, was dit wellicht de zwaarste ooit. Op de plek waar ik mijn eerste wereldtitel veldrijden veroverde, mijn plek, mijn thuiswedstrijd, heb ik mijn laatste rondje vandaag gefietst op weer een WK. En alsof het lot er mee speelde, reed ik lek achter. Het allerlaatste rondje moest dus extra langzaam. Ik werd gedwongen daar te zijn, in het moment. Vluchten voor emoties kon niet meer. Helemaal niet meer in de finishstraat. Daar stonden jullie samen aan de meet. Jij en Lewis, voor het eerst bij de cross. Mijn laatste cross.
Ik schrijf je dit per brief omdat ik al richting India ben om het zwarte gat nog even te ontkennen. Even alles een plekje geven. Je zou zeggen dat het afzien nu klaar is, maar wij weten allebei dat het afzien voor ons nu echt gaat beginnen. Het project: ‘ons’, moet nu vorm krijgen. De meet in Tabor is de start voor ons. Of herstart. Ik ben klaar om samen met jou uit te bollen, hoewel jij deze term haat, is het toch hoe ik het voor mij zie. Jij, ik en Lewis. Ik wil je bedanken dat je er altijd voor mij geweest bent. Dit wordt mijn laatste en belangrijkste trainingskamp. Over twee weken ben ik klaar voor onze koers, de koers van het leven. Op en top voorbereid zal ik verschijnen, in de hoop dat je mijn ploegmakker blijft tot de meet. Ik zal je niet flikken. Ik zal er voor het eerst sinds jaren zijn. Echt zijn. Voor jou.
Tot snel Ine, ik schrijf je weer.
Je Styby